Eckart's Notes,
isbn 978-90-5637-967-4

Heerlijk boek waarin 10 jaar na dato Eckart Wintzen uitlegt hoe BSO door celdeling groot werd en het een fun place was om te werken. Ondertussen is het door Philips ingelijfd (Atos-Origin) en horen we niets meer over fun. Boek is een aanrader om bij te tanken en ideeën op te doen.
Qua opzet doet het me sterk denken aan Townsend's
Further up the organization: alfabetisch en met humor down to earth en OOK IEMAND DIE HET ZELF HEEFT GEDAAN, geleerd heeft van de fouten en daar relativerend over durft te schrijven. Ook lijkt de aanpak op die van Ricardo Semler

Hij bespreekt het managementconcept van celdeling, lijkt op
metafoor Brein van Gareth Morgan, en belicht het van vele kanten. Daarnaast is het gewoon een creatieve kijk op het fenomeen managen, waarbij opvalt dat hier de mens echt centraal staat. Dus behalve het celdelingsprincipe geeft het ook een heel frisse kijk op samenwerken en de kracht van enthousiaste mensen in een stimulerende context. Anders omgaan met elkaar, meer heterarchie dan hiërarchie.

BSO (Bureau voor Software Ontwikkeling) werd ook als voorbeeld (van creatieve bedrijfsvoering) opgevoerd in de eerste editie van het ABC van XYZ, voor een indruk klik hier.


De sfeer wordt al duidelijk bij de Rechten:
Alles wat je leuk vindt in dit boek mag je gebruiken, navertellen, kopiëren, overtikken, jatten; wat je maar wilt. Als je er maar bij vertelt waar je het vandaan hebt. Maar het is natuurlijk ook weer niet de bedoeling dat je het hele boek kopieert en gaat verkopen. Dat vindt de uitgever niet leuk, dat snap je.

daarom een paar stukjes...

EGO, HET
een blessing in disguise

Anatomisch ben ik niet zo op de hoogte en ik weet dus niet zo precies waar dat fameuze ego nou eigenlijk zit in ons lichaam. Maar één ding is zeker, iedereen heeft het. En het is voor bijna iedereen tegelijkertijd een enorm sta in de weg naar dat zo felbegeerde 'geluk' als een drijfveer om naar grote hoogtes op te stijgen.

Ik heb het over het 'kijk mij nou eens'-effect, dat 'wij mannetjes' bijna allemaal hebben: zo hoog mogelijk in de organisatie, zo belangrijk mogelijke titel op het visitekaartje, waarbij die virtuele hoogte vooral bereikt wordt doordat anderen minder belangrijk zijn. Veel eelt op de ellebogen en slijtplekken op de zijkant van de schoenen van het vele ernaast lopen.

"COMMUNICATIE TUSSEN DE CELLEN
in de rook van de barbecue

Hoe zorg je nou dat er tussen al die zelfstandige cellen toch nog een zekere coherentie blijft?

Niet dus, daar zorgen ze zelf voor!
Dat alle cellen op elkaar lijken en door de buitenwereld als onderdeel van een groter geheel worden gezien, komt in de eerste instantie door het feit dat ze allemaal dezelfde missie uitvoeren, dezelfde naam en huisstijl hebben en omdat ze zich houden aan dezelfde standaard. ..."

...."Nou kijk, een traditionele organisatie die zoiets vaststelt zou dan direct een coördinatie- of communicatiecommissie of erger nog -afdeling in het leven roepen, die dan natuurlijk met prachtige rapporten komt, budgetten aanvraagt etc., etc.
Bij een echte cellenorganisatie gaat dat anders: die behoefte is er, dus komt er vanzelf wel een initiatief, waar dan ook, ergens vandaan." ...

PROCEDURES, PLEASE NO!
of toch heel soms liever wel?

De hele celfilosofie is gebaseerd op verregaande delegatie en vertrouwen. Er wordt immers in principe alleen naar het eindresultaat gekeken en niet naar de weg daarheen. Het doet er niet toe hoe je er bent gekomen, áls je er maar bent gekomen en je je onderweg aan de ‘standaards’ hebt gehouden. En die ‘standaards’ (zie aldaar) gaan hoofdzakelijk over de in het bedrijf geldende kwaliteitsnormen. ....

..... Wel verantwoordelijk, maar je er niet mee mogen bemoeien; dat is bijna onmenselijk. ...

.....Hoe wordt dit probleem in traditionele bedrijven opgelost? Door procedures. Ik hoor de mannen op het hoofdkantoor het nog zeggen: “Ja maar dan moeten we daar wel even een paar proceduretjes voor maken.”
Vreselijk!

Een procedure is het tegenovergestelde van het echt delegeren van vertrouwen. Je laat je mensen iets doen, maar je vertrouwt niet dat ze het op de ‘goede’ manier zullen doen. Waarom heb je die mensen in godsnaam aangenomen, zou ik dan willen weten. .....

TOPKWALITEIT
een sommetje tussendoor: K= E x V

op een gure zaterdagochtend laat de centrale verwarming ons in de steek. De monteur die ik bel is net voor zichzelf begonnen en vreselijk enthousiast. Zo bevlogen en gepassioneerd, dat hij binnen 15 minuten al bij ons op de stoep staat. Koffie? Nee dank, ik ga meteen aan de slag. Ik loop met hem de kelder in en vertel de symptomen van de laatste stuiptrekkingen van het apparaat. Met één haal trekt hij de kap eraf, begint schroeven los te draaien, slangetjes los te trekken, water af te sluiten, verbreekt tegen alle daarop staande waarschuwingen in het zegel van het kapje waar alle electronica in zit en klikt het los. Dan begint hij met een naar mijn smaak veel te grote schroevendraaier in de fijne electronica te morrelen en wipt achteloos zo'n stuk of vijftien willekeurige draadjes los. Langzaam bekruipt me het gevoel dat hij wel een ontzettend eager beaver is maar misschien niet zo'n geweldige vakman. Ik vraag voorzichtig of hij dit model al eerder onder handen gehad heeft. "Nee 't is mijn eerste centrale verwarmingsklus", lacht hij mij toe, "maar we gaan dit varkentje wel even wassen". Zoals je al geraden hebt, brengen we dat weekend in ijselijke kou door.

Stelling één: veel enthousiasme maal nul Vakmanschap levert nul Kwaliteit op. (K=E x 0= 0)
......... -------voorbeeld------- ......

Stelling twee: veel Vakmanschap maal nul Enthousiasme levert ook nul Kwaliteit. ( K = E x 0 = 0)

Dat is nou zo lekker aan die cellen. Iedereen is enthousiast, want het is fijn om in iets wat aanvoelt als een vriendenclub te werken. En in een bedrijf met enthousiaste mensen krijg je gemakkelijk en dus veel sollicitanten, waardoor je de beste vaklui eruit kunt pikken en alleen die die ook nog eens lekker bij de groep passen. Zo krijg je snel een heel hecht team. Ik weet zeker dat onze klanten van ons hielden omdat onze mensen dit uitstraalden. Ze waren heus niet vakkundiger dan de mensen van de concurrent, maar wel enthousiaster. Die kwaliteit (K) werd door de markt navenant hoog aangeslagen. Een win-win-win voor iedereen.


Stelling drie: Kwaliteit is Vakmanschap maal Enthousiasme.

K= E x V


En als beide hoog zijn, krijg je echte topkwaliteit. Een simpel sommetje. daar hoef je echt geen wiskunde voor te hebben gestudeerd. Toch?