Cultuur en perceptie van creativiteit
"Reiziger er is geen weg.
Je maakt de weg terwijl je hem gaat."
Machado


Individuele percepties van het creatieve instinct geven niet alleen een ander begrip van wat creativiteit is, maar geven het zijn eigen betekenis en waarheid. De wijze waarop dit in een organisatie wordt ‘ingevuld’ zal dus afhankelijk zijn van de gemeenschappelijk gedeelde perceptie. Zodoende treffen we dus volkomen (onbewust) tegenovergestelde meningen over de aard van creativiteit of het creatieve individu, die als we er dieper op ingaan, een archetypische basis hebben in de wijze waarop een persoon haar/zijn eigen creatieve instinct beleeft. Daarnaast zullen we zo gauw ‘creativiteit’ ter sprake komt, hierop reageren vanuit die visie (=normen en waarden). Ik vermoed dat inzicht in de betekenis (=gedeeld begrip) van verschillende visies of paradigma’s, spraakverwarring en conflicten kan verhinderen.
Creativiteit als cultuur, de cultuur van creativiteit, culturele creativiteit, een creatieve cultuur, waar spreken we over? Het onderzoek betreft de opstelling t.o.v. serieuze creativiteit.
Allereerst twee definities: cultuur en creativiteit. Onder cultuur versta ik: een ontwikkelingspatroon binnen een groep zoals een organisatie, zichtbaar in de normen, waarden, gewoonten en taal.
Karakteristieken van de zichtbare en onzichtbare wereld zijn enerzijds zichtbaar en anderzijds is de betekenis ervan onzichtbaar. Je kunt het vergelijken met de uitleg die Deeprah Chopra geeft in de ‘sandwich-theorie’
(in zijn boek:How to know God):

De bovenste laag is het ‘Materiële domein’, zichtbaar en concreet. Als je materie steeds meer ontleedt kom je in het ‘Kwantum domein’ waar materie energie wordt en de onderste laag is het ‘Virtuele domein’. Hierover verdeelt hij de wereldbeschouwing van mensen op 7 niveaus. De creatieve respons ligt op niveau 5 en bevindt zich in het kwantum domein: ideeën leveren energie en de vertaling is het creatieve proces om ze concreet te maken. Je leven zien vanuit deze beleving betekent dus scheppend bezig zijn; zoals Dr. M. King zei: “I have a dream.”
Juist bij netwerken en virtuele organisaties lijkt me het concreet maken van de ‘kwantum activiteiten’ geen gemakkelijke maar wel een uitdagende zaak. Het 2e niveau noemt hij “de reactieve respons”, dus reageren op macht en heeft dus meer te maken met problemen oplossen.
Enkele voorbeelden van ‘materieel’ en ‘kwantum’: normen/waarden <--> ziel;
orde en stabiliteit <-->chaos en flux;
aarde <-->hemel; materie <-->energie;
vorm <-->formatief; dingen <-->systemen;
doelen <--> processen;
geloof/ongeloof <--> uitstel van ongeloof/oordeel;
fysieke plaatsen <-->context;
bepaald <--> onbepaald;
realiseren van doelen <--> bewust worden;
wedijveren <--> samenwerken....
Bij het zoeken naar de aard van de cultuur kijken we naar de normen en waarden, die zichtbaar worden gemaakt door de interacties van de mensen. Ook organisaties creëren een cultuur, die herkenbaar is in o.a. de rituelen, inrichting, gebouwen en omgangsvormen. Dit zichtbare is geworteld in het onzichtbare: de ziel van de organisatie en die kan bezielend of zielig zijn.
Het woord cultuur is een metafoor van het idee van ‘agricultuur’: cultiveren. Een cultuur is een ontwikkelde vorm van sociale activiteiten, die zijn oorsprong vindt in vele complexe interacties van mensen, situaties, etc. Wat hiervan zichtbaar gemaakt kan worden bijv. de neiging tot autonomie, individualisme of samenwerking, moet altijd worden gezien als een abstractie van de buitenkant. De ervaring binnen de cultuur is hier niet synoniem mee. Ons begrip van onze cultuur is gewoonlijk veel gefragmenteerder en oppervlakkiger dan de realiteit. Daarom is de ‘outsider’ noodzakelijk om de gewoonten duidelijk d.w.z. ‘bewust’ te maken. Diverse creatieve technieken beogen ook juist dit ‘buiten een paradigma treden’.

Creativiteit is dus heel moeilijk Voor sommigen betekent het gewoon een probleem kunnen oplossen en als er geen problemen zijn (m.a.w. gezien worden) dan is het nutteloos. Voor anderen behoort het tot het domein van de kunst en heeft het iets mystieks. De kunstenaar Fritz heeft juist daarom in zijn boek ‘Creating’ het gedefinieerd als een ‘creërend proces’ gebaseerd op twee simpele vragen: (a) Wat heb ik? en (b) Wat heb ik nog nodig? Ik kies voor de omschrijving uit het ABC van XYZ zie "Creativiteit"

Hoe cultuur de visie op creativiteit bepaalt
De eerder genoemde normen, waarden, gewoonten/rituelen en taal, berusten op een gedeeld begrip, gedeelde betekenis en gedeelde waarneming van een bepaalde groep. Dit zijn de verworvenheden. De normen etc. ervaar ik als normaal omdat ik de betekenis ervan ken (of denk te kennen). Als metafoor voor cultuur zou ik het hologram willen gebruiken ( Het negatief van een hologram bevat zo’n 70 verschillende beelden en elk beeld kan worden gecreëerd uit een stukje van dit negatief.): de gedeelde begripssystemen en de gedeelde interpretatieschema’s creëren steeds opnieuw betekenis. De aldus gecreëerde realiteit zal zijn betekenis ontlenen door de structuur/ kennis/ bewustzijn van de waarnemer. Onze hersenen zijn immers naar zichzelf verwijzende gesloten systemen. Mijn wereld is zoals ik die waarneem. zie ook cultuur
holografisch gespiegeld

De verworvenheden, die dikwijls zo vanzelfsprekend lijken dat ze niet meer worden opgemerkt, geven een beeld van de specifieke aspecten van de cultuur. De wijze waarop vergaderingen gehouden worden, geven een beeld van de cultuur bijv. passiviteit, zorg, activiteit, angst, respect, die op hun beurt weer de structuur van interactie bepalen.
Wil men nu de waarden, normen, ambities, etc. veranderen dan kan dit niet rechtstreeks door aandacht te besteden aan die normen, etc. (!) Het begrip, de betekenis en het gevoel zullen moeten worden veranderd door bewustwording van de persoonlijke beperkingen in de waarneming en die zullen mij moeten motiveren om vervolgens mijn normen, etc. te veranderen.
[terug naar
overview ]

Realiteit

Mijn psyche bepaalt dus hoe ik creativiteit ervaar. Deze psychologische realiteit zou ik willen zien als een taal, die bepaalt hoe ik er mee omga. Iedereen creëert namelijk een eigen realiteit; de accountant kijkt naar een organisatie in termen van financiële kengetallen, de technicus naar de produktiemogelijkheden, enz. De interpretatie (=de perceptie) t.a.v. regels, beleid, doelen, taakomschrijving, procedures bij creativiteit, is erg belangrijk.
Een organisatie proberen te sturen door de 'verschillende variabelen’ te beïnvloeden wijst in de richting van een mechanistische benadering (Morgan, Images of Organization, 1986). Het houdt in zich het gevaar van een splitsing tussen de ideeën van het management en die van de werknemers. Conflicterende ideeën worden dan dikwijls ‘ondergronds’ gedreven. Om betrokkenheid te creëren hebben succesvolle organisaties dan ook gekozen voor beïnvloeding van de ‘corporate consciousness’. Organisaties hebben namelijk de neiging te worden wat ze denken te zijn. De bedoeling is dat de alledaagse beleving tussen de mensen in een organisatie bijdraagt aan een gewenste realiteit.
De vorming van een groep of het proces om tot één benadering te komen is uiteindelijk afhankelijk van de bekwaamheid een gedeeld gevoel/begrip van (‘één’) realiteit te krijgen. Zo wordt het duidelijk dat samenhangende groepen ontstaan rondom gedeeld begrip, terwijl gefragmenteerde groepen juist te vinden zijn in ‘meervoudige realiteiten’.

Creativiteit en archetypen (
Voor meer info zie
archetypen)
Alvorens hier dieper op in te gaan wil ik dit plaatsen tegen de achtergrond van onze ontwikkeling. C.G. Jung heeft gesproken over archetypen, een begrip waarmee hij oerbeelden bedoelde, het gevolg van psychische processen die als een soort sjablonen zijn van de zich ontwikkelende mens. Deze archetypen worden vooral zichtbaar via symbolen en metaforen. Daarnaast is hij -voor zover ik weet- de enige geweest die heeft gesproken over het creatieve instinct als een van de vijf instincten van de mens. De andere vier zijn: honger, seksualiteit, behoefte aan activiteit en reflectie.
De archetypische beelden komen het duidelijkste naar voren in sprookjes, mythen en sagen. We kennen allemaal het archetype van de held: de jongeling die de wereld in trekt om zich daarin een plaats te verwerven. Meestal verzet hij zich ook tegen de patriarch (koning). Ook in westerns en films zoals The Evil Empire zien we deze archetypen (jonge held Luke Skywalker tegenover zijn vader Darth Vader).
Archetypen zijn een soort ‘zelfportretten van de instincten’. Zo is het archetype ‘vader’ de tegenpool van de ‘moeder’. Door de archetypische structuur van het onbewuste worden de ervaringen en herinneringen die uit het bewuste wegzinken als door magneten in polaire vormen getrokken. Omdat de mens van extreme situaties sterkere en levendigere herinneringen overhoudt en hij zich binnen dat kader een begrip vormt van minder extreme situaties, wemelt het archetypische onbewuste van helden en schurken, trouw en verraad, etc.
Zo wordt ook de visie of de opvatting over creativiteit vanuit het onbewuste gevormd. Op grond hiervan zou ik voorzichtig zes verschillende visies of paradigma’s op creativiteit willen suggereren, die hun oorsprong ontlenen aan de culturele ontwikkeling van het individu en mede sterk bepaald worden door de maatschappelijke cultuur waarin dat individu leeft en werkt..
Mijn belangrijkste bron is hierbij Hillman (On psychological Creativity, 1972).
Inzicht in de wijze waarop we creativiteit benaderen, kan betekenen dat als we ons met creativiteit inlaten we allereerst een eenduidige taal gaan spreken en zo het begrip gaan delen over waar we mee bezig zijn. Dan zullen normen, gewoonten etc. kunnen veranderen. Immers het zijn juist de verschillen in visie die spanningen en onbegrip oproepen.
Voor een uitwerking van de zes belevingen van creativiteit zie: Zes beelden bij
creativiteit .