Boekverslag door E.C.H. Smit.

Inleiding.

Dit verslag is geschreven voor het vak psychologie. Het behelst een korte bespreking van het boek "Paradigma’s" (Mentale modellen voor de toekomst) van Joel A. Barker, Scriptum Books, 1996, isbn 90 5594 054 2.
De opbouw van dit verslag is als volgt, eerst een korte bespreking van de hoofdstukken en vervolgens mijn eigen opinie over het boek.

De inhoud van het boek.
In ongeveer veertien hoofdstukken behandeld J.A. Barker het hoe en wat van paradigma’s als hulpmiddel voor het omgaan met de volgens hem drie elementen die de sleutel vormen tot het volledig meetellen van bedrijven in de 21ste eeuw. Deze elementen zijn:

· Anticiperen
· Innoveren
· Excelleren

Deze drie zijn noodzakelijk om de wensen van klanten te voorspellen, te innoveren om producten of diensten aan de wensen van klanten aan te passen, en die producten en diensten perfect te produceren. Het boek behandeld voornamelijk het innoveren en anticiperen.

Hoofdstuk 1.
In hoofdstuk 1 gaat het voornamelijk over het feit dat het niet anticiperen op de toekomst grote gevolgen kan hebben voor de toekomst van een bedrijf. Met een voorbeeld van de Zwitserse horloge industrie laat de auteur zien wat de kwalijke gevolgen kunnen zijn als men niet anticipeert op de toekomst. Want door niet te anticiperen ging een groot gedeelte van de zwitserse horloge industrie ten gronde.

Hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 2 behandelt nogmaals uitgebreid de invloed van anticiperen op de toekomst van een bedrijf. Kernpunt hierin is het feit dat managers meer anticiperen op het voorkomen van problemen in plaats een reactieve attitude op probleemoplossend gebied.
"Goed anticiperen is het resultaat van goede strategische verkenningen". Door strategische verkenningen kan men mogelijke toekomstscenario's ontdekken en als men deze ontdekt heeft kan men er op anticiperen. Dus als de zwitsers in de horloge industrie aan strategische verkenningen hadden gedaan hadden ze een grote kans gehad om in te zien dat het traditionele horloge binnen enkele jaren vervangen ging worden door een het digitale. Met de technologie die zij op dat moment hadden was het dan niet moeilijk geweest om een nieuwe weg in te slaan.

Hoofdstuk 3.
Hierin wordt de definitie behandeld van het paradigma, natuurlijk zijn er meerdere definities in omloop maar voor dit boek hanteren we de definitie van de auteur namelijk:

Een paradigma is een verzameling regels en procedures (geschreven en ongeschreven) die twee dingen doet: (1) zij definieert grenzen of geeft ze aan; en (2) zij schrijft voor hoe er binnen de grenzen gehandeld moet worden om succesvol te zijn.

Tevens wordt aangegeven wat een paradigmaverschuiving betekent: een overstap naar een ander spel, een nieuwe verzameling regels.

Ik zelf vind dit een heel heldere definitie die het begrip paradigma voor mij in ieder geval hanteerbaar maakt.

Hoofdstuk 4.
Wanneer duiken nieuwe paradigma’s op? Is de titel van dit hoofdstuk. In dit hoofdstuk probeert de auteur deze vraag te beantwoorden door het schetsen van de paradigma curve. Eveneens komt aan de orde waardoor een paradigmaverschuiving wordt veroorzaakt.
Wat is nu deze paradigma curve? Deze kun je je voorstellen als een oplopende curve in een stelsel waarbij de x-as de tijd voorstelt en de y-as de opgeloste problemen. Elk punt op de grafiek stelt dus een opgelost probleem voor. De curve begint ook niet op het nulpunt maar iets erboven. Je kunt stellen dat iemand een aantal problemen op onconventionele wijze oplost zonder gebruik te maken van de oude regels. In de A fase van de curve stijgt deze langzaam omdat de nieuwe regels nog niet uitgekristalliseerd zijn. Dan volgt een snelle stijging van de curve, fase B het nieuwe paradigma is duidelijk en je kunt er in hoog tempo problemen mee oplossen. Als laatste volgt fase C en dan flauwt de curve weer af. Dit is logisch omdat er alleen nog de moeilijkste problemen over zijn en die los je niet snel op. In deze fase volgt vaak de start van een nieuw paradigma.
Wat je met dit hoofdstuk goed kunt doen is jezelf inschalen op de curve en zo kijken waar je met je bedrijf zit in een bepaald gebied. Dit heb ik ook gedaan voor mijn eigen bedrijf en dit helpt dan weer om je strategie te bepalen voor de toekomst.
Hoofdstuk 5.
In hoofdstuk 5 wordt besproken wie nu een paradigma verandert.
Volgens de auteur zijn er vier soorten paradigmaveranderaars namelijk:

· Een jonge pas afgestudeerde.
· Een wat ouder persoon die op een ander terrein actief wordt.
· De non-conformist.
· De knutselaar.


Feit is dat deze mensen het in het begin allemaal moeilijk hebben om begrepen te worden. Want nieuwe paradigma’s betekenen een bedreiging voor allen die het oude paradigma hanteren.
Dit lijkt een beetje natte vingerwerk het herkennen van een paradigmaveranderaar maar ik heb het zelf meegemaakt binnen mijn bedrijf. Recentelijk hadden we een lezing over het begrip E-commerz. In de zaal zaten we met voornamelijk technische analytische mensen. We verwachten een duidelijk verhaal met actie punten. Al naar 5 minuten zat iedereen omzich heen te kijken met verbazing in de ogen. De meneer die de lezing gaf werd voorgek versleten en men vroeg zich af waarom het bedrijf hier in godsnaam voor betaalde!
Echter na een paar dagen viel bij mij de stuiver. Deze meneer heeft geprobeerd om met behulp van metaforen ons de paradigma verschuiving te laten zien die nodig is om met het bedrijf te kunnen deelnemen aan het nieuwe fenomeen E-commerz.
Hoofdstuk 6.
Wie zijn de paradigmapioniers? Dit zijn de eersten die het ruwe pad volgen dat aangegeven wordt door de paradigmaverschuivers.
In dit hoofdstuk betoogt de auteur het belang van het zijn van een paradigmapionier. Je hoeft geen paradigmaverschuiver te zijn als je maar een paradigma pionier bent. Dit vergt niet alleen moed maar ook intuïtie en een open mind. Want als je niet open staat voor veranderingen zul je er niet van bewust worden.
Ik denk dat het erg moeilijk is om alleen al een pionier te zijn maar je kunt jezelf trainen om door een open (kritische) houding veranderingen op te pikken. De juiste interpretatie is dan het volgende probleem maar daar zal bijvoorbeeld ervaring een hulp kunnen zijn.

Hoofdstuk 7.

Het paradigma effect. Binnen de paradigmadiscussie kan men zeggen dat gegevens uit de werkelijkheid die niet binnen ons paradigma passen maar moeilijk door onze filters heen komen. Wat men uiteindelijk waarneemt wordt dus uitermate beïnvloed door onze paradigma’s. Wat volkomen helder en duidelijk voor mensen met het ene paradigma kan zijn, kan letterlijk onzichtbaar zijn voor mensen met een ander paradigma. Dit is het paradigma effect.

Hoofdstuk 8.
In hoofdstuk worden 22 voorbeelden van het onvermogen om paradigma’s (op tijd) te zien gepresenteerd. Bijvoorbeeld:
Supergeleiders; De ontdekking van 'warme' supergeleiders staat op naam van een Zwitserse natuurkundige. Hierbij maakte een assistent van deze onderzoeker de fout om op zekere dag de oven verkeerd in te stellen. Het materiaal wat per ongeluk hierbij geproduceerd werd vormde de base voor de ontdekking van supergeleidende keramische materialen.
Dit vind ik persoonlijk een erg interessant hoofdstuk omdat ik praktijk voorbeelden leuk vind.

Hoofdstuk 9.
In dit hoofdstuk wordt de belangrijkste paradigma verschuiving van de twintigste eeuw besproken. "Het paradigma van kwaliteitscontrole en continue verbeteringen". (Total Quality concept).

Hoofdstuk 10.
Hoofdstuk 10 heeft als titel: "Terug naar af". En legt met een aantal voorbeelden uit dat als een paradigma verandert iedereen terug naar af gaat.
Dit is niet leuk want van Senior adviseur wordt je weer leerling en je moet jezelf weer opnieuw bewijzen. Dit lijkt mij ook een belangrijke reden waarom paradigma veranderingen worden tegengehouden binnen een organisatie. Toch zul je om een 'Ware Meester' te worden je niet kunnen onttrekken aan het cyclische proces van de paradigma verschuivingen. Hoewel, misschien zijn er wel paradigma's die een leven meegaan of in ieder geval een arbeidsleven.
Hoofdstuk 11.
De belangrijkste eigenschappen van paradigma’s. Het is tijd om een aantal conclusies over paradigma’s te trekken. Er zijn zeven karakteristieken aan te wijzen waarvan de auteur het belangrijk vindt dat men ze begrijpt.

1. Paradigma’s zijn normaal.
2. Paradigma’s zijn functioneel.
3. Het paradigma-effect keert de normale relatie tussen zien en geloven om.
4. Er is bijna altijd meer dan één correct antwoord.
5. Paradigma’s die te strak gehanteerd worden, kunnen tot paradigmaverlamming leiden, een dodelijke ziekte van zekerheid.
6. Paradigmasouplesse is de beste strategie in turbulente tijden.
7. Mensen kunnen ervoor kiezen hun paradigma’s te veranderen.
Tsja, dit lijstje gewoon bij de hand houden als je over paradigma's praat.

Hoofdstuk 12.
In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan voor managers en voor leiders.
Voor managers:

· Managers moeten paradigmasouplesse vertonen als ze van anderen hetzelfde verwachten.
· Managers moeten kruisbestuiving faciliteren en aanmoedigen.
· Door naar al die vreemde nieuwe ideeën te luisteren, krijgen managers een bijzondere hefboom voor innovatie.

Voor leiders: Managen doe je binnen een paradigma, Leiden doe je tussen paradigma’s.
Klinkt heel hoogdravend en eigenlijk ook erg duidelijk maar nu nog de omslag naar de praktijk. Maargoed, ook de bewust wording van dit alles is het begin van een paradigma verschuiving. Want volgens mij is natuurlijk het ultieme paradigma het paradigma van de bewustwording van paradigma's!!!!!!
Hoofdstuk 13.
Hier neemt de auteur ons mee langs verschuivingen die nu bezig zijn of in de nabije toekomst. Het betreft trends waar we nu of binnenkort mee te maken zullen hebben en die van grote invloed op ons doen en laten (zullen) zijn.
Denk hierbij aan de Regionalisering van de wereldeconomie, de vergroening van de industrie, het kwaliteitsdenken, internet etc.
Hoofdstuk 14.
Nog meer voorbeelden en de slotbeschouwing van de auteur.

[meer over paradigma’s, klik hier]
[Terug naar Start Index]