Boekbespreking Door : Roy Huys, oktober 2001


Voorwoord
Alvorens je begint met het lezen van dit boek ben je in de veronderstelling dat het Gandhi’s leven autobiografisch weergeeft. In zekere zin is dat ook zo. Echter, het leven van Mahatma (grote ziel) Gandhi is gebaseerd op een gedragscode die ook nu, kan leiden naar een hogere standaard van leiderschap, volgens morele normen en waarden. Zijn manier van leven zou een voorbeeld kunnen zijn voor onze hedendaagse gehaaste – Westerse - maatschappij. Het lijkt dat in onze huidige ‘samen’leving alleen winst maken van het allergrootste belang is en geen enkel middel wordt geschuwd om dat te bereiken.

Echt leiderschap is een ware kunst. Het “goede voorbeeld geven met gedrag” is de kern van de leiderschapsrol. Er zijn in onze geschiedenis maar een handjevol échte leiders geweest die deze kunst beheersten en miljoenen volgelingen hadden. Echt en eerlijk leiderschap gestoeld op morele normen en waarden vereist ongekende moed.
Wie kent ze niet de voorbeelden van echt leiderschap, denk maar aan: John F. Kennedy’s boodschap aan het Amerikaanse volk: “ask not what your country can do for you, but what you can do for your country”. Of Martin Luther King, “last night I had a dream……”. De acteur Denzel Washington in de rol van Steve Biko uit de film Cry Freedom. Nadat de rechter zei dat hij tot gewapend conflict opriep, zei hij tijdens de rechtszaak:“for you and I are now in conflict, but I see no wapens”. Hij wilde maar aantonen dat woorden machtiger zijn dan wapens. Zoals een groot dichter eens schreef:”the pen is mightier than the sword”. Met de juiste woorden en daden als voorbeeld, bestaat de kans dat miljoenen zullen volgen.

Nelson Mandela is een bijzonder voorbeeld van geweldloosheid, ongekende moed, onuitputtelijke energie, waarheid, dienstbaarheid en vastberadenheid. Zelfs ten tijde van zijn gevangenschap bleef hij sterk geloven in zijn principes, en de boodschap ervan. Door de oproep aan zijn landgenoten tot geweldloosheid dwong hij respect af bij zijn “tegenstanders”, de toenmalige Zuid Afrikaanse regering. Omdat hij zijn tegenstanders respecteerde, en behandelde zoals hij zelf ook behandelt wilde worden, werd uiteindelijk het doel van zijn strijd bereikt; afschaffing van apartheid. De laagste kaste in de Zuid Afrikaanse samenleving kreeg na een zware en lange strijd eindelijk erkenning, ze mochten weer “mens” zijn.

In het kader van “dienstbaarheid aan diegene die je leidt” is het levensverhaal van Gandhi uitermate interessant. Een voorbeeld van leven volgens een aantal simpele basisprincipes die tegelijkertijd enorm veel moed, discipline en reflectie vereisen. Kortom, een les voor iedere leider; in de politiek, het bedrijfsleven en de wetenschap.
Gandhi’s hoge standaard van leiderschap
Het boek Waarde(n)vol Leiderschap, beschrijft de gedragsnorm en de wijze levenslessen zoals Gandhi die in zijn leven heeft toegepast ten dienste van anderen. Vooral voor de onaanraakbaren, de laagste kaste in de Indiase samenleving, die zoals het woord al zegt onaanraakbaar werden beschouwd. In zijn geweldloze strijd naar de afschaffing van onaanraakbaarheid en onafhankelijkheid, verlossing van het Britse imperium, was zijn grootste “gevecht” gebaseerd op het creëren van een samenleving in volledige harmonie. Harmonie voor alle bevolkings- en geloofsgroepen van India. Hindoes en Moslims gezamenlijk levend in een harmonieuze maatschappij verlost van armoede, onderdrukking en analfabetisme.
Mohandas Karamchand Gandhi, oftewel Mahatma (betekent: grote ziel, de naam die hij kreeg van het volk van India) Gandhi, geboren op 2 oktober 1869 leefde volgens idealen. Op 30 januari 1948 werd hij op weg naar een avondgebed door een kogel getroffen. Gandhi ‘s idealen gaven hem ongekende moed en kracht. Ze waren zijn boodschap aan het Indiase volk. “Doe zoals ik, leef volgens een eenduidige gedragscode”. Deze gedragscode was gebaseerd op:
· Waarheid, leef volgens absolute waarden en morele principes;
· Geweldloosheid, gebruik geen fysiek én geestelijk geweld;
· Dienstbaarheid, stel je steeds in dienst van anderen.

Deze principes zijn, zo lijkt het wel, uit onze hedendaagse samenleving, politiek, wetenschap en bedrijfsleven verdwenen. Onze maatschappij is er een van haast, resultaat en winst. Onze leiders, managers, coaches, leiden ons vaak naar resultaat. Maar hoe zijn die resultaten tot stand gekomen? Gandhi stelde zichzelf de vraag; “welk resultaat wil ik, en welke weg neem ik, om ze te bereiken”?

Er zijn tegenwoordig veel mensen die denken dat het niet mogelijk is om in het bedrijfsleven of de politiek succesvol te zijn en tegelijkertijd je integriteit te bewaren – integriteit, niet in de betekenis van afwezigheid van financiële corruptie, maar door trouw morele principes te volgen bij alle handelingen. Velen zijn ook gaan geloven dat het belangrijkste doel van leiderschap het vergaren van macht en privileges betekent. En velen geloven dat praktische politiek en zakelijke beslissingen minder effectief zijn als morele aspecten serieus in overweging werden genomen.

De standaard van leiderschap hangt niet alleen af van de kwaliteiten en overtuigingen van onze leiders maar ook van de verwachtingen die wij van hun koesteren.
Zo lang wij geloven dat onze leiders integriteit missen, zal hun gedrag een afspiegeling zijn van onze verwachtingen. Daarom is het voor ieder van ons zaak onze eigen standaard van leiderschap te verbeteren en zodoende hogere verwachtingen te kweken van hen die ons leiden. Gandhi was hier een voorbeeld van. Zijn leven werd niet bepaald door vaste regels; het werd bepaald door principes en waarden. De drijfveer achter Gandhi’s leven was zijn religie: waarheid en geweldloosheid en een leven van dienstbaarheid aan anderen. Toen een journalist hem om een boodschap vroeg voor de Verenigde Naties, en speciaal voor Afro-Amerikanen, antwoordde Gandhi: “Mijn leven is zijn eigen boodschap.”

De lessen uit Gandhi’s leven vormen een uitdaging voor onze vooronderstellingen over de normen van leiderschap – vooronderstellingen die velen van ons zijn gaan accepteren als noodzakelijk voor succes.
Terwijl de meeste leiders zich vereenzelvigen met symbolen van macht om zich boven de mensen die zij leiden te plaatsen, was Gandhi het symbool voor de mensen die hij probeerde te dienen. Hij probeerde te zijn zoals zij, met zijn lendendoek en zijn toewijding aan vrijwillige armoede. Hij was eerder het symbool van dienstbaarheid dan van macht.
Ten aanzien van de fundamentele waarden van waarheid, geweldloosheid en dienstbaarheid, had Gandhi een tijdloze boodschap. Hij vroeg ons niet alleen fysiek geweld af te wijzen, maar ook geestelijk geweld.
Tegenwoordig praten we over het beheersen van fysiek geweld met nog meer geweld, en het beheersen van geestelijk geweld met wetten. Wellicht dat de enige lange-termijn oplossing die voor ons openstaat, speciaal voor jongeren, het ideaal van geweldloosheid is – niet de geweldloosheid van de lafaard, maar van de dapperen. Leven volgens een eenduidige gedragsnorm.

1. Een eenduidige gedragsnorm

We zijn gaan accepteren dat een lagere morele standaard noodzakelijk is om dingen gedaan te krijgen in de echte wereld van politiek en bedrijfsleven. Dit is het evangelie van opportuniteit – de dubbele moraal.
Dit wordt gevoed door het idee om te winnen ten koste van alles, het enig wat telt zijn de resultaten. Het bewijs hiervoor is alom aanwezig. Politici vragen ons hun te beoordelen op wat zij qua wetgeving tot stand brengen, niet op hun persoonlijke levenswandel. Sociaal bewogen activisten, die zich op de hoge morele principes van hun persoonlijke filosofie beroepen, gebruiken geweld om resultaten te bereiken. Managers willen niet dat hun gedrag beoordeeld wordt, maar vragen ons in plaats daarvan enkel en alleen op de bedrijfsresultaten te letten. En veel journalisten, die persoonlijk zijn toegewijd aan de waarheid, zijn belust een primeur te hebben en publiceren halve waarheden in plaats van op het hele verhaal te wachten.

Het goede voorbeeld geven is de kern van de leiderschapsrol. Leiders die niet te vertrouwen zijn, vinden het moeilijk om anderen tot grote daden te brengen. Dit maakt leiderschap minder effectief en een geleidelijke vermindering van hoop in onze maatschappij. We voelen ons hulpeloos en worden cynisch omdat we onze leiders niet kunnen vertrouwen. Dit brengt schade toe aan onze ziel.

Gandhi geloofde, en handelde vanuit dat geloof, dat leiders de verantwoordelijkheid hebben het goede voorbeeld te geven met hun gedrag. Zijn politieke leven was niet anders dan zijn persoonlijke leven en beide waren gebaseerd op zijn geloof. “Je moet kijken hoe ik leef,”zei hij. “hoe ik woon, eet, drink, praat en me in het algemeen gedraag. De optelling van al die dingen is mijn geloof”.
Een ideaal nastreven vereist toewijding. Het is niets anders dan proberen uit te blinken op welk gebied dan ook – van sport tot wetenschap, van muziek tot wiskunde. Er zijn echter twee belangrijke verschillen.
Het nastreven van een ideaal als persoonlijk gedrag is moeilijker omdat het alles omvat wat we doen. Aan de andere kant is het zo, dat ieder van ons het potentieel heeft om te excelleren – we kunnen onszelf als getalenteerd beschouwen.
Uit de erfenis van Gandhi zijn vijf fundamentele uitgangspunten te formuleren waarvan moed de essentiële persoonlijke eigenschap is om dit na te leven; zoals het leven van Gandhi laat zien, is dit geestelijke moed gekoppeld aan een onoverwinnelijke wil.
· Ontwikkel een basis voor de eenduidige standaard:
Hanteer absolute waarden; zoals waarheid en geweldloosheid, beide een doel op zichzelf en middelen een doel te bereiken.
· Onderken het ideaal:
Leg de reis vast; ken de manier van aanpak, handel hier naar en stuur waar nodig bij.
· Ontwikkel de richtlijnen die u op koers houden:
Train uw geweten; continu persoonlijke reflectie van uw daden met commitment aan de waarheid, een dialoog met uzelf. Stel uzelf steeds de vraag: “Behandelde ik anderen zoals ikzelf behandeld zou willen worden?”
· Verminder de krachten die u op het verkeerde pad brengen:
Verminder uw gehechtheden; het streven naar macht is te omschrijven als een dictatuur waar zogenaamde leiders steeds meer onderdrukkende maatregelen nemen om hun greep op de macht te behouden. Door Gandhi’s vrijwillige armoede identificeerde hij zich met diegene die hij leidde, gekleed in lendendoek en levend in een commune, ashram, en werd het symbool voor hetgeen hij nastreefde.
· Wees bereid u aan kritisch onderzoek te onderwerpen:
Beperk geheimhouding; het streven om geheimhouding te minimaliseren dwingt ons na te denken over de gevolgen van onze daden en creëert een discipline om op het pad te blijven. Geheimhouding is de vijand van vertrouwen.

Elke stap op het pad naar een hogere standaard van leiderschap vereist moed – moed om toegewijd te zijn aan absolute waarden en aan de universele gedragscode om anderen te behandelen zoals wij zelf behandelt willen worden. Je zou kunnen zeggen, stel je ten dienste van een ander om dienstbaarheid te ontvangen.
[Terug naar index boekbesprekingen]
[Terug naar
Start Index]