“Ik geloof dat ik de westerse fout heb gezien. Jullie zijn heel goed in staat dingen te onderscheiden, maar niet in staat alles samen te voegen. Daarom hebben al jullie wetenschappelijke concepten gaten en talloze incomplete principes worden vastgelegd. Als jullie op deze manier doorgaan, zullen jullie nooit in staat zijn dit te herstellen.

Bruce Holbrook in The Stone Monkey
Citaat van zijn leermeester Hsia Po-Yan.
Inleiding
Hieronder volgt een 'verhaal' over de Technisch Bedrijfskundige. De intentie van dit verhaal is de kennis, kunde en vaardigheden (competenties) te benoemen vanuit een samenhangend geheel. Uiteraard is het zo dat iedere afgestudeerde haar/zijn eigen belevenissen zal hebben, maar hierin is vanuit de opleiding een soort rode lijn te benoemen over de soort en aard van activiteiten en contexten waarbinnen hij/zij moet kunnen functioneren, in ieder geval waar de opleiding aandacht aan besteed.

In de aard van bedrijfskunde ligt de moeilijkheid om breedte en diepte duidelijk te benoemen. Daarom is gekozen voor een overkoepelend verhaal en een uitgewerkte concrete situatie. Het 'meso'-verhaal heeft als leidraad de metafoor troubleshooter en volgt de lijn van het SHITE-model; het uitgewerkte voorbeeld gaat meer de diepte in van een mogelijke bedrijfskundige opdracht. De werkwijze is uitgewerkt volgens de vier invalshoeken van T(echtnologie), E(conomie), O(rganisatie) en M(ens). Immers altijd waar een of twee aspecten de nadruk lijken te moeten krijgen (in het voorbeeld O & M) zullen de andere aspecten beínvloed worden. De bedrijfskundige is werkzaam in het midden en net zoals bij het oppakken van een zakdoek, zullen andere aspecten meespelen; hierbij volgen wij de holografische lijn van de bedrijfskundige taak.
Daarnaast lijkt het ons belangrijk om vooraf een decor te schetsen waarbinnen de bedrijfskundige werkt. We gebruiken hiervoor het 'sandwich'-model van Deepak Chopra over de soort van reacties en contexten waarbinnen gewerkt kan of moet worden. Hij onderscheidt drie domeinen waarin mensen handelen vanuit een bepaalde intentie en wel:

Materiële domein,
Quantum domein en Virtuele domein.

Het Materiële domein omvat het concreet, zichtbare waar twee niveaus worden onderscheiden: Bij angst: (1) Fight-flight response (Ik red het) en bij macht / conflict: (2) Reactive response (Ik wil winnen).
Dieper ligt het Quantum domein met drie houdingen: (3) Restful awareness (Ik kijk waar ik mee bezig ben) (4) Intuitive response (Ik begrijp) en (5) Creative response (Ik creër).
Het diepst ligt het virtuele domein: (6) Vision (Ik heb lief) en (7) Sacred (Ik ben).
De TBK-ing moet in staat zijn in te schatten op welk niveau de bereidheid en/of weeerstand ligt; haar/zijn handelen zal daarop moeten zijn afgestemd.


Binnenkomst
Hoe komt de bedrijfskundige (=TBK-ing) bij een bedrijf binnen?

Het is natuurlijk nooit te zeggen hoe dat in je specifieke geval zal lopen maar ruwweg denken wij aan de volgende mogelijkheden:
o je solliciteert op een vacature; het bedrijf weet dan wat een bedrijfskundige kan of:
o tijdens de sollicitatie heb je duidelijk kunnen maken wat je bijzondere kwaliteiten zijn en waarom het bedrijf je zou kunnen gebruiken (!)
o je werkt als bedrijfsadviseur bij een bureau of
o als zelfstandige adviseur
o je bent (zelf of met anderen) een eigen onderneming gestart
o

------------------

Competentie HTP0: een bedrijfskundige is in staat om op een doordachte wijze bedrijven te selecteren waar hij goed tot zijn recht komt en zich verder kan ontplooien. Tevens weet hij zowel schriftelijk als mondeling goed aan te geven wat zijn kennis, kunde en vaardigheden (tezamen competenties genoemd) zijn.

------------------

Waarom is een bedrijfskundige nodig?
Organisaties wenden zich om hulp tot een bedrijfskundige en de vraag kan van velerlei aard zijn. De continuïteit kan in gevaar zijn, men wil groeien, de productie loopt niet efficiënt, er moeten nieuwe producten of markten ontwikkeld worden, er is veel verzuim en/of verloop, organisatorisch loopt het niet goed, de logistiek is niet naar wens, het bedrijf is of dreigt in de rode cijfers te raken, enz. Teveel om op te noemen.

In ieder geval zal er begonnen worden met een oriëntatie om zo de aard vast te stellen van de problematiek (het probleem) dat in zijn complexe context moet worden opgelost.

------------------

Competentie HTP1: de bedrijfskundige is in staat om vanuit meerdere insteken, denk hierbij aan Mens, Organisatie, Technologie en Economie, een op te lossen probleem in een brede context te zien. Visualisatietechnieken (mapping) zijn hierbij van wezenlijk belang. Maar ook de diverse interviewtechnieken, volg-een-order-principes, literatuuronderzoek en brancheonderzoek kan hij toepassen in de oriëntatiefase. Vooraf kan hij plan van aanpak opstellen waarmee de methoden en technieken die hij gebruikt in zijn onderzoek, voor de opdrachtgever en de overige betrokkenen duidelijk wordt.

------------------

In de praktijk blijkt dat dikwijls om een (snelle) oplossing gevraagd zal worden. Men denkt te weten wat het probleem is en vraagt je dat zo snel mogelijk op te lossen. Iedereen die langere tijd in een bepaalde kring werkzaam is, ontwikkelt 'oogkleppen': we weten dan hoe de dingen normaal verlopen en hebben daar al eerder oplossingen voor gevonden. Maar soms hebben we het oog van een buitenstaander nodig om fris tegen de situatie aan te kijken: hier speelt dus de afstandelijkheid van de bedrijfskundige een belangrijke rol. Waarbij je niet mag vergeten dat ondanks het verzoek om het probleem op te lossen, andere gezichtspunten niet zonder meer zullen worden geaccepteerd. Daarom is het van wezenlijk belang dat de door het bedrijf veronderstelde problemen niet zonder meer door de bedrijfskundige geaccepteerd worden als 'het' probleem. Bovendien worden symptomen wel eens verward met oorzaken en lijken de oplossingen voor de hand te liggen. Niet iedereen in de directe werkomgeving zal het nodig vinden dat er een bedrijfskundige aan te pas moet komen.
Er zal, na een scherpe probleemstelling, eerst een onderzoek (oriëntatie) moeten plaats vinden en van de technieken en modellen die hierbij (het best) gehanteerd worden dient de TBK zich bewust te zijn.

------------------

Competentie HTP2a: een bedrijfskundige is in staat zich goed te oriënteren zodat de wezenlijke problematiek duidelijk wordt en mogelijke oorzaken bespreekbaar en geaccepteerd worden door de opdrachtgever, om zo de bedrijfskundige werkruimte te creëren.
Competentie HTP2b: De TBK-ing is in staat haar/zijn indicatieve probleemstelling geaccepteerd te krijgen middels professioneel onderhandelen.
HTP2c: Ook dient hij/zij bewust zijn van de eigen aannames en kennis, kunnen, vaardigheden en paradigma's; evanals de eigen beperkingen.

------------------


De eerste indrukken die de bedrijfskundige opdoet wanneer hij een organisatie binnen komt zijn van cruciaal belang. Hij moet goed letten op zijn eigen gevoelens en de indruk die ze op haar/hem maken. De persoonlijke gevoelens zullen de diverse omgevingsstimuli weerspiegelen. Anderen ondergaan waarschijnlijk dezelfde invloed, maar omdat men eraan gewend is wordt het effect ervan misschien niet begrepen. Het is voor de organisatieadviseur nuttig zich de volgende vragen te stellen:

Wat zag ik bij mijn eerste bezoek?
Wat zijn mijn eerste gevoelens ten aanzien van de organisatie?
Wat voor houding nemen de mensen tegenover mij aan?
Wat gaf mij tijdens het bezoek een goed of slecht gevoel, of liet mij onverschillig?

------------------

Competentie HTP3: de bedrijfskundige is in staat om zich bewust te zijn van omgevingsinvloeden die hij ondergaat in een bedrijf.

------------------


De bedrijfskundige activiteiten impliceren altijd een of meer op enkele veronderstellingen gebaseerde diagnoses: de eerste indruk. De belangrijkste doelstellingen van een formele organisatiediagnose betreffen de verzameling van voldoende adequate (dus passend bij de situatie van deze onderneming) gegevens om het probleem te kunnen begrijpen en de eigen veronderstellingen te verhelderen door op grond van die gegevens conclusies te trekken.

------------------

Competentie HTP :de TBK-ing is in staat om organisaties vanuit diverse invalshoeken te analyseren o.a. met gebruikmaking van metaforen.

------------------


Deze oriëntatie stelt de bedrijfskundige adviseur in staat op verantwoorde wijze te werk te gaan, door op grond van de gegevens hypothesen op te stellen en die diagnostische hypothesen te herzien bij voortschrijdend inzicht.

------------------

Competentie HTP4: de bedrijfskundige is in staat de patronen te onderkennen waarin wordt samen gewerkt en de gedeelde betekenis die dit voor de mensen heeft.

Competentie HTP5: de bedrijfskundige is in staat om de onderzoeksmethoden die hij kan toepassen af te stemmen op de cultuur van het bedrijf en de omgeving waarin de organisatie moet opereren.

------------------


Na zijn binnenkomst bij de organisatie begint de TBK-ing met de formele onderzoeksprocedure. Meestal bestaat deze uit verscheidene fasen (hoewel niet persé in deze volgorde):
(1) de organisatie systematisch beschrijven om de samenstellende delen ervan te kunnen bestuderen,
(2) een steekproef samenstellen van te interviewen personen die voor deze delen en voor de organisatie als geheel representatief kunnen worden geacht (daarbij zorgvuldig aandacht bestedend aan de leiding),
(3) een aanvullende steekproef samenstellen van personen die een vragenlijst krijgen,
(4) waarnemingen van mensen tijdens hun werk,
(5) onderzoek van bestaande verslagen en relevante gegevens, en
(6) gesprekken met belangrijke functionarissen van buiten de organisatie.

Dat kunnen zijn voormalige medewerkers, anderen in de leefomgeving die de organisatie kennen, concurrenten, leveranciers en andere soortgelijke personen die geacht worden op de hoogte te zijn. De adviseur komt er misschien pas tijdens het onderzoek achter welke overige personen relevant zijn. Dus er wordt een eerste concept voor een plan van aanpak opgesteld dat naar behoefte bijgesteld kan worden.

------------------

Competentie HTP : in de oriënterende fase moet hij/zij in staat zijn contacten te leggen en plannen te veranderen in overeenstemming met de geconstateerde situatie.

------------------



vervolg:
PERCEPTIES VAN DE ORGANISATIE