Ontwikkeling en psychologie
Er bestaan vele stromingen binnen de psychologie, om er een paar te noemen (met tussen haakjes aandachtgebieden) :
De psychodynamische benadering ( Freud en de psychoanalyse, Neo-Freudiaanseen niet-Freudiaanse psychodynamische theorieën, Carl Jung en het collectief onbewuste, Alfred Adler en de individuele psychologie)
De humanistische benadering (De theorie van Carl Rogers, De theorie van Abraham Maslow, Motivatie en de behoeftenhiërarchie)
De biologische benadering (= De wisselwerking tussen lichaam en geest in ons gedrag, Het onderzoek naar de effecten van chemische stoffen Hoe de geest het lichaam beïnvloedt, Stress, Psychoimmunologie, Erfelijkheid, Aanleg of omgeving? ‘nature vs nurture’)
De behavioristische benadering (De geest is niet belangrijk, Stimulus en respons, Klassieke conditionering, Geconditioneerde emotionele reacties, Operante conditionering )
De cognitieve benadering (Denken en handelen, Waarneming en cognitie Leren en geheugen, Het geheugen als het vastleggen van leerervaringen, Vergeten in het KorteTermijnGeheugen & het LangeTermijnGeheugen, De Gestalttheorie, Probleemoplossen en informatieverwerking , Taalverwerving, Attitudes en cognitieve dissonontie, De attributietheorie en emoties, Kunstmatige intelligentie)


Feitelijk zijn de stromingen allemaal Visies op de ontwikkeling van het individu. Elke ontwikkelingspsychologie houdt zich bezig met groei- en veranderingsprocessen, en legt niet zozeer de nadruk op bepaalde theoretische visies. Ontwikkelingsvraagstukken kunnen vanuit elke stroming benaderd worden - maar zullen niet altijd even effectief zijn. In het ‘spectrum van bewustzijn’ [zie hieronder] geeft Wilber een plaats aan de verschillende benaderingen, geen enkele is beter dan een andere, wat verschilt is het bewustzijn en ontvankelijkheid van de persoon.

Tegelijkertijd zijn alle onderzoekers op het gebied van de ontwikkelingspsychologie (vanuit welke invalshoek ze ook werken) geïnteresseerd in het beantwoorden van een bepaalde vragen over ons gedrag en het zijn juist deze vragen die de ontwikkelingspsychologie een zekere thematische samenhang verschaffen. De meest fumdamentele vraag op het gebied van de ontwikkeling is : Wat maakt ons tot wat we zijn? Deze vraag is gemakkelijk te stellen, en veel minder gemakkelijk te beantwoorden. We kunnen haar betrekken op het individuele vlak ("Wat maakt mij anders dan jou?" of "Wie ben jij?"), maar ook op de mens als soort (in vergelijking met andere soorten). Lang voordat de psychologie een zelfstandige discipline werd, stelden filosofen soortgelijke vragen - en waren het dikwijls niet eens over de antwoorden. Plato beweerde dat alle kennis en deugden aangeboren zijn - met andere woorden: we zijn dat waartoe we geboren worden. De zeventiende eeuwse Engelse filosoof John Locke daarentegen, stelde het pasgeboren kind voor als een onbeschreven blad (tabula rasa ) , waarop de ervaring zijn sporen nalaat: we zijn wat we ervaren. Twee uitersten waarin de factoren erfelijkheid en omgeving naar voren komen. De discussies over de betekenis van beide factoren houden de gemoederen al eeuwenlang bezig.
Alan Watts zegt hierover: ....." Mythe is dan de vorm waarin ik probeer te antwoorden als kinderen mij die fundamentele metafysiche vragen stellen zo gemakkelijk bij hen rijzen: ‘Waar kwam de wereld vandaan?’ ‘Waarom maakte God de wereld?’ ‘Waar was ik voor ik geboren werd?’ ‘Waar gaan de mensen heen als ze doodgaan?’ Keer op keer ondervond ik dat ze tevreden schijnen te zijn met een eenvoudig en zeer oud verhaal dat ongeveer luidt als volgt: ‘Er was nooit een tijd dat de wereld begon, want ze gaat in het rond als een cirkel, en er is geen plek op een cirkel waar deze begint. Kijk maar naar mijn horloge dat de tijd aangeeft; dat gaat rond, en zo herhaalt de wereld zich keer op keer. Maar precies zoals de urenwijzer van de horloge naar de twaalf klimt en zakt naar de zes, zo is er ook dag en nacht, waken en slapen, leven en sterven, zomer en winter. Je kunt geen van deze hebben zonder de andere, want je zou niet kunnen weten wat zwart is tenzij je het naast wit had gezien, of wat wit is tenzij naast zwart. ‘Op dezelfde manier zijn er tijden dat de wereld is, en tijden dat ze niet is, want als de wereld zonder rust eeuwig door zou gaan, zou ze vreselijk moe worden van zichzelf. Ze komt en ze gaat. Zo zie je haar en zo weer niet. Dus omdat ze niet moe wordt van zichzelf, komt ze altijd weer terug nadat ze is verdwenen. Het is als je adem: die gaat in en uit, in en uit, en als je die aldoor probeert in te houden, dan voel je je beroerd. Het is ook als verstoppertje-spelen, want het is altijd leuk om nieuwe manieren te ontdekken om je te verstoppen, en om naar iemand te zoek die zich niet altijd op dezelfde plek verstopt. ‘God speelt ook graag verstoppertje, maar omdat er niets is buiten God, heeft hij niemand dan zichzelf met wie hij spelen kan. Deze moeilijkheid omzeilt hij door te doen alsof hij niet zichzelf is. Dat is zijn manier om zich voor zichzelf te verstoppen. Hij doet alsof hij jou is, en mij en alle mensen op de wereld, alle dieren, alle planten, alle rotsen, alle sterren. Op die manier beleeft hij vreemde en schitterende avonturen waarvan sommige vreselijk zijn, en angstaanjagend. Maar die zijn net enge dromen, want als hij wakker wordt, verdwijnen ze.
‘Welnu als God zich verstopt en doet alsof hij jou en mij is, doet hij dat zo grondig dat hij een hele tijd nodig heeft om zich te herinneren waar en hoe hij zich verstopt. Maar dat is de gein juist - net waar het hem om ging. Hij wil zichzelf niet al te gauw opsporen, want dan zou de lol eraf zijn. Daarom is het voor jou en mij zo moeilijk om tot de ontdekking te komen dat we God in vermomming zijn, die doet alsof hij zichzelf niet is. Maar als het spel lang genoeg geduurd heeft, worden we allemaal wakker, houden we op met comediespelen, en herinneren we ons dat we allemaal één enkel Zelf zijn - de God die het enige is dat er bestaat en die eeuwig leeft.".....

Toelichting op verschillende therapieën volgens Wilber:

Eenvoudige counseling en Ondersteunende therapie zijn geschikt voor het ‘persona niveau’, waar gepoogd wordt de ‘schaduwzijde’ bewust te maken.
Psychoanalyse, Psychodrama, Transactionele analyse, Realiteitstherapie en Ego psychologie werken vooral op het ‘ego’ niveau waar integratie naar het het ‘lichaam’ plaats vindt.
Bioenergetische analyse, Rogeriaanse therapie, Gestalttherapie, Existentiële analyse, Logotherapie en Humanistische psychologie werken vooral op het ‘complete organisme’ niveau waar integratie naar het de ‘omgeving’ plaats kan vinden.
Jung’s Analytische psychologie, Psychosynthese, Maslow en Progroff plaatst Wilber op de transpersoonlijke banden: hier vindt de overgang plaats naar het transcendente bewustzijn.
Vendanta Hindoeisme, Bhoedisme, Taoisme, Esoterische Islam, Esoterische Christenheid, Esoterische Judaisme proberen vooral een eenheid in bewustzijn te bewerkstelligen.

En in elkaar geschoven geeft dit het volgende overzicht:


Misschien is de betekenis van Ken Wilber zijn uitgangspunt: het BEWUSTZIJN. De niveaus geven een beeld van hoe bewust we in de wereld staan. Voor een korte toelichting zie bewustzijn